Froilan Celzo
°25.03.1971, Manilla (Filipijnen)
Edegem  

Froilan is geboren en opgegroeid in Manilla, een stad met ruim 1,7 miljoen inwoners. Nu woont hij in Edegem, een dorp met 21.000 inwoners. Wat daar tussenin gebeurt, leest als een mooie doktersroman.  

Froilan begint zijn leven in Manilla, in een gezin met vader, moeder en vijf kinderen.

Vader is boekhouder en moeder is lerares. De focus ligt, zoals in ieder Filipijns gezin, op studeren. 

“Bijna iedereen die het enigszins kan betalen, heeft er gestudeerd. Maar bijna niemand vindt een passende job. Er zijn mensen met indrukwekkende diploma’s die als winkelbediende werken.

Er is dus een heuse braindrain gaande, waarbij veel hoogopgeleide mensen het land verlaten en elders hun geluk zoeken.

Toen ik mijn studie geneeskunde had behaald in Manilla, ben ik naar New York getrokken om er mij te gaan specialiseren.”

Het avontuur begint. Froilan gaat op kot in de Upper West Side en ontmoet er tijdens zijn studie de Nederlandse Gabry. De liefde wordt bezegeld met een huwelijk en een glamoureus huwelijksportret op Times Square. 

Froilan en Gabry trekken na hun studie naar Cotton Plant, een dorpje in een arme regio in Arkansas met een overwegend zwarte bevolking. Beiden gaan als dokter aan de slag in enkele community health centers. 

Froilan en Gabry krijgen hun eerste zoon in ‘the Deep South’. Ze missen hun familie, zeker wanneer ze hun feestdagen doorbrengen in een Chinees restaurant. 
Ze beslissen om terug te keren naar Nederland, waar Gabry vandaan komt. Ze beginnen in België en plannen om na 6 maanden in Nederland te gaan wonen. Die 6 maanden zijn inmiddels 14 jaar geworden. 

“Ik heb er altijd van gedroomd om in het buitenland te wonen, maar af en toe voelt het vreemd dat ik in Edegem ben terechtgekomen na 4 jaar in New York en 6 jaar in Arkansas.
Maar ik waardeer België enorm. Ik snap ook niet altijd waarom mensen hier zo klagen. De levensstandaard ligt gemiddeld hoog, het onderwijssysteem en de gezondheidszorg is goed, en de meeste mensen hebben een dak boven hun hoofd.”

In België komt er een tweede zoon. 
Beide zonen worden in het Nederlands en het Engels opgevoed, want Froilan wil dat zijn zonen hem kunnen wijzen op fouten in zijn Nederlands. 

Een van mijn onzekerheden is mijn Nederlands. Nederlands is echt een moeilijke taal om te leren, zeker omdat er zoveel accenten meespelen. 
Mijn kinderen verbeteren mij dus, en mijn vrouw heeft de ‘skill’ ontwikkeld om in een oogopslag te zien of ik een gesprek kan volgen of niet.”

Taal is niet het enige struikelblok in België. Froilan ondervindt enorm veel problemen om zijn opleiding geneeskunde uit de Filippijnen erkend te krijgen. Uiteindelijk lukt dit toch en doet hij een bijkomende specialisatie in radiologie. Helaas zijn de jobs voor radiologen dun gezaaid. Hij gaat dan maar aan de slag in de onderzoeksafdeling van een farmaceutisch bedrijf, afdeling vaccinontwikkeling. 
Maar er ontbreekt iets. 

“In de community hospitals in de V.S. zag ik enorm veel armoede, drugsverslaving en mishandeling. Ik kreeg veel jongeren over de vloer die buiten medische ondersteuning, ook nood hadden aan een luisterend oor. Ik voelde me soms een sociaal werker, maar ik haalde veel voldoening uit adviseren en helpen.

Ik miste dat ontzettend. Op een avond bood het internet mij ‘iets’ om te doen. Op een lokale website zag ik een oproep voor een infoavond van YAR Vlaanderen. Een uur later zat ik daar samen met Gabry.”

Froilan start als vrijwilliger. Noem het gerust een hobby. Gevraagd naar zijn andere hobby’s, stelt Froilan er maar één te hebben, eentje die niet vreemd is aan een toegewijde vader. Froilan probeert om alle basketbalwedstrijden van zijn zonen bij te wonen. Je vindt hem aan de zijlijn of onder de basketbalring, waar hij met zijn smartphone de hele wedstrijd filmt, nadien bewerkt en op YouTube zet. 

Gelukkig spreekt zijn echtgenote hem tegen wat betreft de hobby’s. Ze stuurt hem rechtstreeks naar de piano, waar uit de losse pols een mooie ballade wordt gespeeld. 

“Ik heb, vrij uitzonderlijk, tussen mijn vijfde en tiende pianolessen gehad. Noten lezen ging me niet af. Ik speelde alles op gehoor, draaide af en toe het blad met de partituren om de schijn hoog te houden. Tijdens een van de lessen heeft de juffrouw dan ontdekt dat ik niet met partituren speelde en eigenlijk geen noot kon lezen. 
En zo speel ik nog altijd op gehoor. Als ik een liedje een paar keer hoor, kan ik het naspelen.”

Het lied vormt een mooie afsluiter voor ons gesprek. We eindigen met één van Froilans levensmotto’s. 

Geef mensen het voordeel van de twijfel en beoordeel iemand niet tot je in zijn schoenen gewandeld hebt.”

Tekst: Cleo Hendriks © Fotografie: Renaat Nijs